You are here
Coleophora discordella Zeller, 1849
De okergele voorvleugel heeft een duidelijke lichtgele voorrandstreep tot bijna aan de apex. De achtervleugels zijn donkergrijs. De spanwijdte bedraagt 11 mm - 12,5 mm.
Het ei wordt afgezet in een nerfoksel aan de onderzijde van een blad.
De rups leeft in een onderzijdige kleine samengestelde koker van 6 mm. Deze is grijsbruin. Het achterste deel is erg gekromd. De mondhoek is 40°. Soms hangen er aan de koker nog een aantal bladfragmenten.
De rups maakt eerst een smalle slingerende gang met veel frass in een brede centrale lijn. Daarna wordt de gang breder, met meestal aan de bladrand een ovale blaas, waaruit de eerste koker wordt gemaakt.
De verpopping gebeurt dicht bij de grond.
- De imago's van deze soort worden waarschijnlijk over het hoofd gezien omdat ze weinig of niet door licht aangetrokken worden.
- Op bepaalde plaatsen niet zeldzaam.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Noord-, West- en Midden-Europa.
De rupsen zijn volgroeid in mei. De imago's zijn te vinden van eind juni tot begin augustus.