You are here
Coleophora saturatella Stainton, 1850
Het imago heeft een bleekgele tot witte streep langs de voorrand, een donkerbruine veeg die zich uitstrekt van de top van de vleugel tot 2/3 van de lengte van de vleugel en een lichtbruine restant. De spanwijdte van dit diertje bedraagt 12 mm tot 16 mm.
De rups leeft in een lapjeskoker. Deze is vrij rommelig gebouwd (zie foto) en is ongeveer 7 mm tot 8 mm groot. De mondhoek is 90°.
Vooral de toppen van de blaadjes worden gemineerd.
De verpopping gebeurt op de stam van de waardplant, vaak hoog in de zonnenschijn.
- Gelijkende soorten zijn hier Coleophora trifariella maar deze koker heeft een mondhoek van 45° terwijl de koker van Coleophora saturatella een mondhoek heeft van 90°.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Vooral Midden-Europa, niet langs de Middelandsche Zee (uitgezonderd Frankrijk). In het noorden enkel uit Noorwegen bekend.
De kokers zijn te vinden vanaf september, de rupsen overwinteren in de koker op de voedselplant. De rupsen zijn volgroeid in de loop van juni. De vlinders vliegen van eind juni tot begin augustus.