You are here
Coleophora coracipennella (Hübner, 1796)
Donkergrijze kokermot
Familie:
Synoniemen:
= nigricella (Stephens, 1835)
Soort mijn:
Imago:
Zoals de Nederlandse naam het zegt, is deze Coleophora donkergrijs gekleurd. De spanwijdte bedraagt: 8,5 mm - 12 mm.
Koker:
De rups leeft in een buisvormige driekleppige koker van een 7 mm lengte. Eerst is de koker lichtbruin, daarna wordt hij veel donkerder. De mondhoek is 45°. De koker zit aan de onderzijde van de bladeren.
Mijn:
De rups veroorzaakt grote vlekmijnen.
Opmerkingen:
- Deze soort moet, om tot een juiste determinatie te komen, op genitaliën gecheckt worden!
- Omdat de rupsen voor het verpoppen veel rondkruipen moet er voorzichtig omgesprongen worden met de determinatie van C.coracipennella, prunifolia, serratella, en spinella. Dit zowel voor de kokers als voor de rupsen.
- Ook de imago's van deze vier soorten zijn te verwarren.
Waardplanten:
Cotoneaster spec.
Dwergmispel spec.
Crataegus monogyna
Eenstijlige meidoorn
Malus spec.
Appel spec.
Malus sylvestris subs. sylvestris
Wilde appel
Prunus avium
Zoete kers
Prunus padus
Gewone vogelkers
Prunus spinosa
Sleedoorn
Sorbus aucuparia
Wilde lijsterbes
Verspreiding België:
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Verspreiding algemeen:
Midden en West-Europa, ook in Estland en Zuid-Rusland.
Levenscyclus:
De rupsen zijn volgroeid eind mei. De vlinders verschijnen eind juni tot begin augustus.