You are here
Phyllocnistis extrematrix Martynova, 1955
De rups van deze soort mineert het grootste deel van haar leven in de twijg van de plant. Het is maar in het laatste deel van de mijn dat deze het blad ingaat en daar ook gaat gaan verpoppen aan de bladrand. Bij verse mijnen is het slakkenspoor in de twijg goed te zien, bij oudere mijnen is deze zeer onopvallend.
De rups verpopt in een omgeslagen bladrand op het blad.
- in 2018 voor het eerst in ons land gevonden op populier. Ondertussen bijna overal in Vlaanderen te vinden.
- In Wallonië enkel in Henegouwen gevonden, maar vermoedelijk ook in andere provincies te vinden.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
De soort werd beschreven in 1955 uit de zuidelijke Oeral in Kazachstan. Werd nadien massaal gemeld uit Kazachstan en Rusland. Veel later kwamen er meldingen uit Spanje, Portugal, Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Slovakije en de Krim. En in 2018 dus Nederland en België. Wellicht zal deze soort de komende jaren zich nog verder verspreiden in Europa.
Vermoedelijk heeft deze soort meerdere generaties per jaar.